door: J.J.M. (Hans) den Braber uit Bilthoven
datum laatste volledige update: 16 januari 2011
Deze stamboom is uitsluitend bedoeld ter bevordering van de onderlinge
communicatie tussen de samensteller en de lezer. Onder geen beding mogen
deze gegevens worden gebruikt met het oogmerk, geldelijk profijt te
verkrijgen, zonder vooraf verkregen schriftelijke toestemming van de
samensteller. Publicatie van gegevens, waarbij gebruik gemaakt is van
gegevens uit deze stamboom, dient te geschieden met volledige bronvermelding.
Volledige updates van de stamboom op Internet zijn uitgevoerd op
11 mei 2004 en 16 januari 2011. |
I : Cornelis Braber
Cornelis Braber, afkomstig uit Delft vestigde zich eind 17e eeuw in het Oosten van Brabant in 't Land van Cuyk. Deze familie behoorde tot de welgestelde klasse van de bevolking. Diverse personen bezaten grond of huizen. Het beroep medicine doctor komt opvallend veel voor in deze familie.
Het geslacht sterft echter uit in de 18e eeuw. In de 19e eeuw is niemand meer met deze naam in Cuyk of Boxmeer met deze naam terug te vinden. Wel zijn de 'Berbers' dan zeer talrijk. Nog onderzocht moet worden of de naam van 'Braber' is overgegaan in 'Berbers'.
Cornelis is mogelijk gedoopt te Delft op 22 juni 1633 als zoon van Stevens Cornelisz Braber en Aechen Adams van der Houve. Er zijn echter ook nog andere kandidaten Cornelis uit Delft.
Cornelis is in ondertrouw gegaan te Delft op 20 maart 1660 (NG-Oude Kerk) en
getrouwd aldaar op 4 april 1660 (Hof van Delft) (SB) (1) met Adriana Spruytwater,
overleden voor augustus 1698.
Adriana is eerder in ondertrouw gegaan te Delft op 28 november 1654 en getrouwd
aldaar op 13 december 1654 (SB) met Gillis de Clercq, chirurgijn, begraven
te Delft op 4 oktober 1659 (Oude Kerk).
Cornelis is in ondertrouw gegaan te Grave op 2 augustus 1698 (NH) (2) met Beatris
van Barnevelt (Bredeveld).
Beatris was weduwe van Adriaen van Spijck, doctor, overleden voor augustus
1698.
Op 16 augustus 1698 werd voor de notaris te Katwijk aan de Maas (NB) een verklaring opgesteld van Cornelis Braber waarin gemeld werd dat Michiel Braber (zijn zoon) 220 gulden heeft geleend aan Beatricx van Bredeveld, de weduwe van doctor Verspijck te Grave (zijn stiefmoeder). Zij zou dat geld teruggeven als ze haar winkel verkocht zou hebben. [Notariaat Cuijk, notaris Rutger de Haen]
II : Michael Braber, afkomstig uit Catwijck (NB) (RK), overleden
te Cuyk op 23 maart 1712, zoon van Cornelis Braber (I) en Adriana
Spruytwater.
Michael is in ondertrouw gegaan te Mill-Grave op 6 april 1690 en getrouwd aldaar
op 23 april 1690 (NH) met Elisabeth Bloemaerts (Blommerde Bloemarts),
afkomstig uit Grave, geboren op 18 januari 1663, overleden op 23 juni 1741,
begraven te Mook (Li) op 28 juni 1741, dochter van N.N..
Op 22-7-1739 verkopen Elisabeth Bloemarts, wed. van Michiel Braber, en haar kinderen, aan Johan Verzijl en Johanna van den Bergh, "seecker gedeelte ofte ongeveer de helfte in hun comparentens huijsinge, staande en gelegen sijnde tot Catwijk op Mase (Protocollen Cuijk 1731-1741, fol. 130 en 130v).Uit dit huwelijk:
Op 19-8-1762 transporteren Johan Verzijl en Maria Gabriëls aan Sr. Johan Anthoon Göckelen en Maria Louisa Braber, echtelieden, "de helfte van de put, voor het huijs en op het plein van de getransporteerders staande, item een stukje land achter het voorsz huijs, ongeveer agtien voeten breet en veertig voeten lang alzoo gelegen te Catwijk op Maaze, ressort de Hoofdbanke van Cuijk, getaxeerd op 50 gulden.
Tegelijkertijd transporteren Sr. Johan Anthoon Göckelen en Mej. Maria Louisa Braber, echtelieden, aan Johan Verzijl en Mej. Maria Gabriels, echtelieden, "een gedeelte van der comparanten kamer breete van ses Rijnlandsche voeten binnensmuurs, met den zolder en dak daarboven, item een gedeelte van het pleijn voor den comparanten huijs, zoo breet als het voorz gedeelte van de camer, en wel tot aan het midden van eene nieuwe te zettene muur en van het midden van die muur voorwaarts zoo ver dit erv rijkt, alzoo gelegen te Catwijk op Maaze, ressort de hoofdbanke van Cuijk", getaxeerd op 50 gulden. Het was dus een ruiltransactie. (Protocollen Cuijk 1751-1768, fol.160v,161-161v).
Op 25-7-1778 verkopen Johan Verzijl en Maria Gabriëls aan Johan Anthoon Göckelen en Maria Louisa Braber, echtelieden, "een uijterwaardje, ongeveer een halven hollandschen mergen groot, beneden Catwijk op Maaze, ressort de Hoofdbanke van Cuijk, gelegen". (Protocollen Cuijk 1768-1783, fol.197-197v)
hij was pastoor te Beugen tot aan zijn dood in 1771.
III-a : Nicolaus Braber, geboren te Katwijk (NB), gedoopt te
Cuyk op 18 maart 1691 (RK), overleden op 7 september 1750, zoon van Michael
Braber (II) en Elisabeth Bloemaerts (Blommerde Bloemarts).
Nicolaus is in ondertrouw gegaan te Boxmeer op 22 april 1724 en getrouwd te
Cuyk op 7 mei 1724, getrouwd te Boxmeer op 7 mei 1724 voor de kerk (RK) met
Johanna van Batenburg, gedoopt te Boxmeer op 14 juli 1704 (RK), overleden
te Helmond in oktober 1776 (of 25 mei 1754 te Boxmeer als weduwe van Batenburgh),
dochter van Joannes van Batenborgh en Gertrudis van der Weyden.
Bij haar geboorte was haar vader reeds 5 maanden overleden.Uit dit huwelijk:
III-b : Cornelius Braber, geboren te Katwijk (NB), gedoopt te
Cuyk op 15 mei 1693 (RK), overleden te Boxmeer op 11 augustus 1749 (of 29 augustus),
begraven aldaar (ons lieve vrouwe kerk), zoon van Michael Braber (II)
en Elisabeth Bloemaerts (Blommerde Bloemarts).
Cornelius is in ondertrouw gegaan te Boxmeer en getrouwd te Cuyk op 10 september
1713 (Sambeek) (NG), getrouwd te Boxmeer op 25 september 1713 voor de kerk (RK)
(1) met Johanna Maria van Oploo, geboren te Boxmeer, gedoopt aldaar op
9 september 1689 (RK), overleden voor 1727, dochter van Henricus van Oploo
en Hendrica Loyens.
Cornelius is getrouwd te Boxmeer op 15 mei 1727 voor de kerk (RK) (2) met Anna
Maria Genen, overleden te Boxmeer op 16 november 1733.
zij is overleden in het kraambed.Uit dit huwelijk:
III-c : Joanna Braber, gedoopt te Cuyk op 31 december 1700 (RK),
begraven aldaar op 13 juni 1767, dochter van Michael Braber (II) en Elisabeth
Bloemaerts (Blommerde Bloemarts).
Joanna is in ondertrouw gegaan te Rotterdam op 25 juli 1732, (attestatie na
Cuijck 23 juli 1732) (stadstrouw) met Johan van de Middegael, afkomstig
uit Cuijk.
IV-a : Joanna Gertrudis Braber, gedoopt te Boxmeer op 22 maart
1725 (RK), overleden aldaar op 13 januari 1809, begraven aldaar op 16 januari
1809, dochter van Nicolaus Braber (III-a) en Johanna van Batenburg.
Joanna is getrouwd te Boxmeer op 17 januari 1747 voor de kerk (RK) met Henricus
Nicolaas van Elswijck, medicine doctor, gedoopt te Boxmeer op 13 juli 1712
(RK) (doopgetuige was Petrus en Aldegondis Gerits), overleden te Boxmeer
op 10 mei 1792, zoon van Joannes Zepherinus van Elswijck en Joanna
van Leuven.
Henricus Nicolaus vestigde zich op 21 juni 1738 te Boxmeer, afkomstig uit Duisburg. Hij was toen candidaat in de medicijnen. Vanaf ca. 1740 voerde hij de titel medicine doctor (geneesheer) te Boxmeer. " Die 21 Iunii 1738 Henricus Nicolaus van Elswijck, Boxmeranus. Medicinae candidatus, in qua supremos etiam honores in hac academia suscipiet."Uit dit huwelijk:
Disputatio inauguralis medico-chirurgica, de pleuritide ac paracentesi thoracis ... Door Henricus Nicolaus van Elswyck, Duisburg 1738, Duisburg 1738
Gepubliceerd door Typis Johannis Sas, 1738. 24 pagina's.
Hij was bij zijn overlijden student aan het bischoppelijk gymnasium.
hij werd op 16 mei 1778 ingeschreven aan de Universiteit te Duisburg, gaf als chef van de geneeskundige dienst tijdens het beleg van Grave op 15 december 1794 aan Generaal-Majoor de Bons zijn vrees te kennen voor een kwaadaardige epidemie. Hij behaalde bij de verkiezingen op 16 april 1795 44 stemmen, was van 1798-1803 regent van het St. Catharina gasthuis te Grave. Op 31 maart 1803 werd hij aangesteld tot lid van de criminele rechtbank en 17 mei 1804 tot lid van de Hoge Vierschaar van Grave. In 1810 was hij stadsdoctor, wethouder te Grave en 1e plaatsvervangend vrederechter.Hij is getrouwd te Venlo (Li) op 21 oktober 1781 met Dorothea Boode, begraven te Grave op 23 juni 1800 (in de kerk).
Bij zijn overlijden wordt Lambertus van Elswijck, priester te Vortum, erfgenaam.
Dissertatio inauguralis medico-practica de febribus intermittentibus tam manifestis, quam larvatis, quam . pro gradu Doctoratus summisque in Medicina honoribus & privilegiis rite ac legitime consequendis, eruditorum examini submittit, [sic] Henricus Christianus van Elswyck . ad diem XIII. Octobris MDCCLXXXVIII. h. l. q. s. Lugduni Batavorum: apud Andream Koster, 1788.
Hij trad in bij de predikheren in Calcar en werd op 21 september 1793 te Keulen priester gewijd. Vervolgens werd hij tot rector van de Latijnsche Scholen te Grave aangesteld op 12 augustus 1798 en na zijn actieve leven werd hij nog rector van de Kapellen van Vortum en Mullem. Hij stierf er 8 maart 1824 en werd op het kerkhof om de parochiekerk van Sambeek begraven op 11 maart 1824.
IV-b : Anna Maria Theresia Braber ook genaamd Theresia,
gedoopt te Cuyk op 18 december 1728 (RK), overleden te Boxmeer op 13 mei 1800,
dochter van Nicolaus Braber (III-a) en Johanna van Batenburg.
Anna is getrouwd te Boxmeer op 28 juli 1750 voor de kerk (RK) met Laurentius
van Elswijck, gedoopt te Boxmeer op 22 januari 1716 (RK) (doopgetuigen waren
Sibilla van Elswijck en Jacobus Meijenbergh), overleden te Boxmeer
op 15 september 1795, zoon van Joannes Zepherinus van Elswijck en Joanna
van Leuven.
hij vestigde zich in 1754 als chirurgijn te Helmond. In 1755-1762 is hij deken van Leegh-ambacht. In 1762 vertrok hij naar Boxmeer, waar hij nog tot 1792 als chirurgijn werkzaam was.Uit dit huwelijk:
hij was bij zijn overlijden theologant te Roermond.
hij trad in de abdij van Tongerloo, geprofest 1786, kapelaan te Hersselt 1791, te Esschen 1795, te Kalmpthout en Haaren 1796, werd in 1806 pastoor te Mierlo. Hij was de laatste kanunnik, die de pastorie aldaar bediende. In het archief van de familie van Scherpenzeel Heusch (Rijksarchief Limburg toegangsnr. 16.1109) bevindt zich een omslag met brieven van F. van Elswijck, pastoor te Mierlo.
Minuut 09-12-1819 testament. Bron: HIC Helmond. Archief 2042 Invnr. 069 Aktenr. 131. De akte is opgemaakt door notaris: Jan Jacob van der Foelart.
hij trad in 21 juni 1790 in de abdij van Postel, priester gewijd 22 dec. 1792, van 1811 tot aan zijn dood pastoor van Lierop.
Dekanaat Cuijk 118 Verzoek van Michael van Elswijk, abdijheer van Postel en kapelaan van St. Anthonis, aan bisschop. Van Velde de Melroy om hem te ontheffen van zijn functie als kapelaan vanwege zijn benoeming tot pastoor van Lierop. Minuut, opgemaakt door deken Kerstjens verkoop en opdracht van onroerend goed op vrijdag 13 augustus 1819 Lierop. Minuut 13-08-1819 verkoop en opdracht van onroerend goed. Bron: HIC Helmond. Archief 2042 Invnr. 068 Aktenr. 084. De akte is opgemaakt door notaris: Jan Jacob van der Foelart.
IV-c : Anna Catharina Braber, geboren rond 1736 (geschat), begraven
te Nijmegen op 3 december 1802 (in de Stevenskerk), waarschijnlijk dochter van
Nicolaus Braber (III-a) en Johanna van Batenburg.
Bij haar overlijden werd ze Maria Johanna Braber genoemd.
Anna was gehuwd met Joannes "Jan" de Veer.
IV-d : Albertus Josephus Braber, gedoopt te Boxmeer op 1 september
1721 (RK), overleden aldaar op 2 juli 1762, zoon van Cornelius Braber
(III-b) en Johanna Maria van Oploo.
Albertus is getrouwd te Boxmeer op 29 januari 1760 voor de kerk (RK) met Anna
Catharina van der Clocke, overleden na 1762, dochter van N.N..
In 1762 staat zij vermeld als Catharina Magdalena van der KlockenUit dit huwelijk:
Deze stamboom is uitsluitend bedoeld
ter bevordering van de onderlinge communicatie tussen de samensteller en de lezer.
Onder geen beding mogen deze gegevens worden gebruikt met het oogmerk, geldelijk
profijt te verkrijgen, zonder vooraf verkregen schriftelijke toestemming van de
samensteller. Publicatie van gegevens, waarbij gebruik gemaakt is van gegevens
uit deze stamboom, dient te geschieden met volledige bronvermelding. |